De huisvesting van statushouders in Stadskanaal blijft een onderwerp van politieke discussie. Afgelopen jaar werden er 305 sociale huurwoningen vrijgegeven in Stadskanaal, waarvan ongeveer 5 procent naar statushouders ging, volgens recente cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek en onderzoeksbureau ABF. Dit percentage ligt lager dan in 2021, toen er 25 statushouders werden gehuisvest.
Van de 175 corporatiewoningen aan het eind van 2022, waren bijna allemaal sociale huurwoningen en 4 procent werd bewoond door statushouders. In vergelijkbare gemeenten is dit aandeel gemiddeld 3 procent, wat aantoont dat Stadskanaal relatief meer statushouders huisvest.
Het huisvesten van statushouders blijft een complex vraagstuk. Minister Faber van Asiel geeft gemeenten financiële prikkels om statushouders onderdak te bieden, terwijl minister Keijzer van Volkshuisvesting een wetsvoorstel heeft ingediend om voorrang voor statushouders bij de toewijzing van sociale huurwoningen te verbieden.
In de praktijk zorgt de huisvesting van statushouders voor diverse uitdagingen. Ondanks inspanningen van gemeenten en woningcorporaties, blijven grote aantallen statushouders in asielzoekerscentra verblijven, waardoor de doorstroom stagneert. Stadskanaal wordt geprezen voor het halen van huisvestingsdoelstellingen, maar de precieze aantallen en woonomstandigheden van statushouders blijven soms vaag.
Op basis van CBS-cijfers is gekeken naar gemeenten die qua huishoudenssamenstelling en welvaartsniveau op Stadskanaal lijken. De vergelijkbare gemeenten zijn Eemsdelta, Heerlen, Pekela, Emmen, en meer. Stadskanaal is vervolgens met deze gemeenten vergeleken om inzicht te krijgen in de huisvesting van statushouders.
De discussie rondom de huisvesting van statushouders is complex en brengt verschillende belangen en uitdagingen met zich mee. Het blijft een actueel en relevant onderwerp in de Nederlandse samenleving.